Op een warme zomerdag in 1958 wandelde ik tijdens de lndustrieausstellung in Berlijn op de Platz der Nationen het grote Amerikaanse paviljoen binnen. Het thema van de daarin opgebouwde expositie was het leven van een niet te grote stad in het Midden-Westen en die stad was Kalamazoo, Michigan, met geloof ik rond 70.000 inwoners, bekend om haar industrie van snaarinstrumenten. Al kuierende langs de foto’s ontdekte ik dat de burgemeester van Kalamazoo met enkele leden van het gemeentebestuur voor de gelegenheid overgekomen was en het duurde niet langer dan drie minuten voor ik hem verteld had, dat ik wel eens in Kalamazoo was geweest en niet langer dan vijf minuten voordat hij gezegd had, dat het zo jammer was dat het Concertgebouworkest vier jaar tevoren niet in Kalamazoo had gespeeld. Ik zei, dat ik dit ook jammer vond en dat ik dacht dat de Kalamazonen zich nu alvast moesten opgeven voor een volgende tournee. Blijkbaar is er weer wat tussen gekomen want ik mis Kalamazoo op de lijst van de in 1961 door het Concertgebouworkest bezochte 39 - jawel: negenendertig - steden. Een volgende keer beter, want de Kalamazonen en -dochters snakken, al kunnen allerlei hoog gecultiveerde lieden zich dit in ons oude Europa niet zo goed indenken, naar goede concerten en zij hebben voor het maken van goede muziek in het algemeen veel geld over; ik heb gehoord, dat het symphonieorkest, dat daar nog niet zo lang geleden is opgericht, lang niet slecht is.
Nu is het geen kunst om in deze tijd in de Verenigde Staten honderden steden te vinden als Kalamazoo, steden waar de mensen dus snakken naar - kom, het hoge woord moet er dan maar uit - cultuur. En als in die honderden steden met miljoenen inwoners door kleine groepen van kunstminnaars voor een volgend jaar een programma wordt opgemaakt dan wordt daar honderden malen de vraag gesteld: ,,Wanneer komt het Concertgebouworkest weer eens?" Er zijn weinig orkesten op de wereld die zich in de loop der jaren zulk een internationale faam hebben verworven. Ik weet zeer wel, dat deze uitspraak in verband met het Concertgebouworkest een gemeenplaats is geworden en op de een of andere wijze in de laatste vijftien jaar in honderden welkomst-, dank-, huldigings- en afscheidstoespraken is verwerkt. Ik weet zeer wel, dat er in ons eigen land heel wat mensen zijn, die zeggen of denken: altijd dat Concertgebouworkest ... net of dat het enige goede orkest in Nederland is! Ik weet zeer wel, dat ons land nog enkele zeer goede orkesten telt, orkesten, die zeker meer bekendheid buitenslands verdienen, dan zij nu bezitten. Maar dit alles neemt niet weg, dat het Concertgebouworkest voortgaat met internationale roem te oogsten, waar het ook heentrekt.
In 1895 concerteerde het orkest voor het eerst in het buitenland, in Brussel. De tweede stad die in de eerste dertig jaren van zijn bestaan buiten Nederland bezocht werd was Bergen, Noorwegen, in 1898. Daarna volgden eerst weer Brussel in 1900, Londen in 1903, nogmaals Brussel in 1908, Parijs ook in 1908, Frankfort in 1912 en Parijs weer in 1913.
Tussen de beide oorlogen wordt het drukker: Brussel (1926, 1930, 1931, 1932, 1934, 1936, 1938, 1940), Luik (1930 en 1938), Berlijn (1922), Dortmund (1932), Duisburg (1927), Dusseldorp (1927, 1931 en 1932), Elberfeld (1931), Essen (1927), Frankfort (1927), Hamburg (1922), Keulen (1927), Mannheim (1927), Wiesbaden (1927), Londen (1930), Parijs (1924, 1928, 1929, 1935, 1938), Genève (1927), Zürich (1927).
Doch na de tweede wereldoorlog komt de grote explosie. Het lijkt of het Concertgebouworkest overal tegelijk zou moeten zijn. Bleef het tot 1940 betrekkelijk dicht bij huis , (België, Duitsland, Engeland, Frankrijk, Zwitserland) in het huidige tijdperk van georganiseerde culturele uitwisseling vallen de grote reizen naar Amerika (1954, 1961) en Japan (1962). En in Europa wordt niet alleen geconcerteerd in België, Duitsland, Engeland, Frankrijk en Zwitserland, maar ook in Denemarken, Finland, Italië, Luxemburg, Noorwegen, Oostenrijk en Zweden. De uitnodigingen stromen binnen. Voor het seizoen 1961-1962 zijn invitaties ontvangen uit Montreux (Festival), Turijn, Parijs, Engeland, de Duitse Bondsrepubliek, Zwitserland, Wenen (in het kader van een wereldmuziekfestival), Antwerpen, Wales, Japan, Manilla, Hongkong, Bombay, Mexico, de Nederlandse Antillen, Portugal (in het kader van het Festival te Lissabon), Canada en Baalbeck (in het kader van het Festival). Aanvaard werden de uitnodigingen van Montreux (6 concerten), Japan (15 concerten) en Wenen (3 concerten).
Voor het seizoen 1962-1963 liggen op tafel invitaties uit Australië en Nieuw-Zeeland, Polen, Duitsland, Zwitserland, Italië, Noorwegen, Spanje, Portugal, Denemarken, Tsjechoslowakije, Rusland en Edinburgh. Het Concertgebouworkest behoort in de eerste plaats thuis in Amsterdam. Ik ben geen Amsterdammer, maar dat zal ik nooit vergeten. In de tweede plaats hoort het thuis in Nederland. Ik heb niet veel in Nederland vertoefd, maar ook dat zal ik niet vergeten. Maar wat ik ook niet vergeten zal is de ontroering op de gezichten van duizenden Amerikanen en Duitsers en Engelsen als het Concertgebouworkest speelde in Amerika, Duitsland en Engeland en wat ik ook niet vergeten zal zijn de uitbarstingen van enthousiasme, dankbaarheid en geluk aan het einde van de vele concerten, die ik heb bijgewoond.
0 ja, ik weet het wel: ,,Holland: windmolens, kaas, klompen, tulpen." Hebt u bezwaar tegen windmolens, kaas, klompen of tulpen? Ik niet. Maar ik weet ook uit duizend gesprekken: ,,Holland: Rembrandt, Vermeer, Frans Hals, Van Gogh, Mondriaan en - het Concertgebouworkest."
Wat het Concertgebouworkest buiten ons land doet voor ons land is met mijn pen niet te beschrijven. En wat het nog kan doen op dit gebied evenmin.
Ik schrijf dit in Londen. Laat ik dus eindigen met een eenvoudig woord van Longfellow: ,,Music is the universal language of Mankind". En in de huidige tijd kunnen wij allen een gemeenschappelijke taal best gebruiken. Of wij nou wonen in Amsterdam of Tokio, Edinburgh of Montreux, Moskou of Kalamazoo.
Preludium (1962) 2 (september) p. 186-188 (Jubileumnummer 75 [jaar] Concertgebouw / Concertgebouworkest)
Laatste wijziging: 03.02.2024