A. Alberts & H.J. Friedericy, schrijvers

 

 

 

Het Financieele Dagblad

zaterdag 7 april 2001, pag. 24


Vierkante Ogen

A. Alberts


HANS HOES


Bij zijn dood op 16 december 1995, een halfjaar nadat hij de P.C. Hooftprijs had ontvangen, liet A. Alberts een klein oeuvre na van korte romans, verhalenbundels en enige historische werken. Hoewel hij bekend stond als een publiciteitsschuwe man van weinig woorden, zijn er toch diverse gelegenheden geweest dat hij zich uitgebreid heeft laten interviewen. Bij lezing van enkele interviews en andere teksten op de Alberts-site van Henk Jansen valt op, dat ook iemand die op papier zó zijn woorden weegt, soms toch op een tegenstrijdigheid of op zijn minst een gewijzigd inzicht valt te betrappen, als je zijn uitspraken naast elkaar legt.
   'Als ik een gefortuneerd mens was, zou ik alleen nog maar geschiedenisboeken schrijven.' Jammer dat dit citaat in het verder zo uitvoerig geannoteerde essay van Remco Ensel uit z'n verband is gerukt en ook niet naar een gedateerde bron verwijst. Want in 1964, toen J. Bernlef en K. Schippers hem interviewden voor De Gids, zei Alberts: 'Als ik veel geld zou hebben dan zou ik nooit meer een letter schrijven, bij wijze van spreken (...) Ik ben op het ogenblik een hele reeks koningen aan het uitwerken. Dat staat onder redactie van een of ander Utrechts instituut voor geschiedenis. Wilhelmina en Willem III heb ik al. Ik ben nu aan Willem II bezig. Ik zou er niet over piekeren om het te doen als ik geld genoeg had. Verhalen wel, dat vind ik leuk werk.' Maar een interview uit de NRC van 1986 brengt de stand weer op twee-een: 'Ik schrijf liever historisch-wetenschappelijke boeken dan romans.'
  
In datzelfde interview geeft Alberts een reactie die in het licht van de recente ontwikkelingen rond ons koningshuis op zijn minst pikant is te noemen. Op de vraag of hij, net zoals Renate Rubinstein, een boek zou willen schrijven over de kroonprins, antwoordt hij: 'Nee, dat zou ik niet aannemen, neen hoor. Als ik het toch gedaan zou hebben, dan zouden ze een heel raar boekje gekregen hebben. Het zou een boekje geworden zijn over het feit dat die jongen voortkomt uit een geslacht dat lang niet altijd zo'n beste invloed gehad heeft. Ze hebben voor veel narigheid gezorgd. Zo'n boekje zou niet de bedoeling zijn en daarom zou ik de opdracht ook niet aanvaarden.' Een béétje belezen historicus uit Argentinië had dit voorzetje zó kunnen inkoppen.



 

Laatste wijziging: 31.05.2015