A. Alberts
HANS
HOES
Bij zijn
dood op 16 december 1995, een halfjaar nadat hij de P.C. Hooftprijs had
ontvangen, liet A. Alberts een klein oeuvre na van korte romans, verhalenbundels
en enige historische werken. Hoewel hij bekend stond als een publiciteitsschuwe
man van weinig woorden, zijn er toch diverse gelegenheden geweest dat
hij zich uitgebreid heeft laten interviewen. Bij lezing van enkele interviews
en andere teksten op de Alberts-site van Henk Jansen valt op, dat ook
iemand die op papier zó zijn woorden weegt, soms toch op een tegenstrijdigheid
of op zijn minst een gewijzigd inzicht valt te betrappen, als je zijn
uitspraken naast elkaar legt.
'Als ik een gefortuneerd mens was, zou ik alleen nog maar
geschiedenisboeken schrijven.' Jammer dat dit citaat in het verder zo
uitvoerig geannoteerde essay van Remco Ensel uit z'n verband is gerukt
en ook niet naar een gedateerde bron verwijst. Want in 1964, toen J. Bernlef
en K. Schippers hem interviewden voor De Gids, zei Alberts: 'Als ik veel
geld zou hebben dan zou ik nooit meer een letter schrijven, bij wijze
van spreken (...) Ik ben op het ogenblik een hele reeks koningen aan het
uitwerken. Dat staat onder redactie van een of ander Utrechts instituut
voor geschiedenis. Wilhelmina en Willem III heb ik al. Ik ben nu aan Willem
II bezig. Ik zou er niet over piekeren om het te doen als ik geld genoeg
had. Verhalen wel, dat vind ik leuk werk.' Maar een interview uit de NRC
van 1986 brengt de stand weer op twee-een: 'Ik schrijf liever historisch-wetenschappelijke
boeken dan romans.'
In
datzelfde interview geeft Alberts een reactie die in het licht van de
recente ontwikkelingen rond ons koningshuis op zijn minst pikant is te
noemen. Op de vraag of hij, net zoals Renate Rubinstein, een boek zou
willen schrijven over de kroonprins, antwoordt hij: 'Nee, dat zou ik niet
aannemen, neen hoor. Als ik het toch gedaan zou hebben, dan zouden ze
een heel raar boekje gekregen hebben. Het zou een boekje geworden zijn
over het feit dat die jongen voortkomt uit een geslacht dat lang niet
altijd zo'n beste invloed gehad heeft. Ze hebben voor veel narigheid gezorgd.
Zo'n boekje zou niet de bedoeling zijn en daarom zou ik de opdracht ook
niet aanvaarden.' Een béétje belezen historicus uit Argentinië had dit
voorzetje zó kunnen inkoppen.
|