Kinderen van ons eiegn volkVEERTIG MEDEWERKERS - auteurs, tekenaars en fotografen - stonden aan dit boek belangeloos bijdragen af, die het nu maken tot de NATIONALE UITGAVE OVER DE REPATRIËRING. Het boek opent met de treffende woorden, door Hare Majesteit de Koningin op 19 januari 1958 tot de gerepatrieerden gesproken en wordt ingeleid door Hare Excellentie de Minister van Maatschappelijk Werk.
   De bijdragen van de medewerkers zijn van uiteenlopend karakter: kenners van het oude Indië en van de Indisch-Nederlandsche volksgroep komen aan het woord naast schrijvers, die nooit met Indië of Indische Nederlanders enig contact hadden vóór zo'n aanraking, zij het pas in Nederland, tijdens en na de repatriëring, ontstond. Weer anderen droegen bijdragen bij, getroffen als zij waren door het waarlijk goede doel, dat dit boek beoogt.
   Want behalve, dat het de Indische Nederlanders en de thuiswaartskerende Nederlanders uit Indonesië onder allerlei belichting, uit allerlei gezichtshoeken gezien, met hun noden, problemen, eigenaardigheden en opvattingen onder de geconcentreerde aandacht van de Nederlandse lezers brengt, vormt dit boek ook een middel om, door de baten ervan, gelden bijeen te brengen, die geheel ten goede komen van het sociale werk onder de gerepatrieerden.
   Aldus enerzijds een verzamelwerk van geschakeerde, misschien zelfs wel eens heterogene inhoud, behalve door het thema ervan vooral ook bijeen gehouden door de band van dit charitatieve doel, vormt dit boek anderzijds een bron van lectuur in de meest directe en simpelste zin van het woord. Beschouwingen en verhandelingen ontbreken niet, evenmin echter als bedragen van literair karakter en gewone verhalen, die boeien, bezighouden, amuseren en ontspannen. Zelfs een jeugdverhaal en een detectiveverhaal vonden een plaats tussen de andere bijdragen.



Medewerkers en Uitgever verenigen zich in hun eerbiedige dank aan Hare Majesteit de Koningin voor haar bereidwilligheid de korte historische woorden, uitgesproken aan boord van de 'Sibajak' aan dit boek mede te geven. Niet hoog genoeg te schatten is het zeer persoonlijke aandeel, dat onze Landsvrouwe bij voortduring heeft aan de zorg voor de gerepatrieerden. In Haar heilzame bemoeienissen heeft Zij zich wederom een 'Moeder des Moederlands' getoond.<>
   Bijzondere dank zij ook gebracht aan Hare Excellentie de Minister van Maatschappelijk Werk, die aan dit boek een Ten Geleide van haar hand afstond en die de uitgave ervan op velerlei wijzen heeft gesteund en bevorderd.
   Van uitnemend belang voor het tot stand komen van dit werk was de deskundige hulp aan de samenstellers verleend door het Centrale Comité van Kerkelijk en Particulier Initiatief voor Sociale Zorg t.b.v. Gerepatrieerden - het C.C.K.P. Zijn weldoordachte adviezen zijn onmisbaar geweest. Zijn prachtige werk, veelal in het verborgene verricht, kan niet genoeg worden gesteund. Medewerkers en uitgever rekenen het zich dan ook tot een eer, straks de baten, uit de verkoop van dit boek verkregen, aan het C.C.K.P. te mogen afstaan.

Dit boek, de Nationale Uitgave over de Repatriëring, zij opgedragen aan het Nederlandse Volk. Het wil positief bijdragen tot activering van die gemeenschapszin welke dit volk door de eeuwen heeft gekenmerkt, wanneer deze werd vereist.
   Over de staatkundige en politieke omstandigheden die tot de thuiskomst van het Indisch-Nederlandse volksdeel hebben geleid, bestaan velerlei gevoelens en opvattingen. Iets anders ware in een democratisch land ondenkbaar. Zij zijn méde bepalend voor het karakter van Nederland. Echter met het accent op méde: ramp en ontij immers hebben immer ons volk tot eendracht gewekt en het gebracht tot een activiteit, welke in die mate slechts door een bundeling van alle gaven van hoofd, hart en hand kan worden bereikt, en welke noodzakelijk is om negatief in positief te doen verkeren. En zulks zonder aanzien van personen, opvattingen en levensbeschouwing. Deze eigenschap, een nationale deugd, is wederom bewezen bij de aanpak van de repatriëring.
   Het is op basis hiervan en in deze geest, dat dit boek tot stand kon worden gebracht. Hierdoor ook wordt het feit verklaard, dat niet alleen beschouwingen, maar ook gedichten en korte verhalen werden opgenomen. Verder was daar het bewustzijn dat slechts wèl werd gedaan, wat snèl werd gedaan.
   Moge dit boek zijn werking niet missen en bovenal het besef versterken, dat Nederland als natie kloekmoedig en verstandig weet te handelen.