EEN FOTO VAN DE DORDOGNE
HENK ROMIJN MEIJER
BON VOYAGE, NAPOLÉON
MEULENHOFF ƒ 18,50
A. ALBERTS
Brive of voluit
Brive-la-Gaillarde ligt in Frankrijk en bovendien een kleine
vijfhonderd kilometer ten zuiden van Parijs. De toevoeging 'la
Gaillarde' wil waarschijnlijk niet zeggen, dat de stad wordt
vergeleken met een stevige vrolijke meid. Brive zal in de
Middeleeuwen een vesting zijn geweest en vestingen kregen in die
dagen dit soort bijnamen. Van de vesting is, op een boulevard
rond de binnenstad na, niet veel meer overgebleven. Maar er is
wel iets bijgekomen: een enorm spoorwegemplacement, misschien
wel groter dan dat van Amsterdam-Muiderpoort plus Diemen.
Waarom het zo groot en vooral breed moet zijn, valt op het
eerste gezicht niet te zien. Maar op het tweede wel. Er komen
namelijk geweldig veel treinen naar en van Brive. In de eerste
plaats passeert er de express van Parijs naar de Pyreneeën. En
verder een massa lokalen en lokaaltjes. Richting Tulle; richting
Uzerche; richting Arnac-Pompadour; richting Terrason en nog wat
meer. En tenslotte gaat er een trein naar Souillac, verder door
naar Goudron en zelfs naar Cahors, maar Goudron is in dit geval
voldoende. Want in Goudron, tegenover het kerkhof woont mevrouw
Cantemerle en die heeft ook het tweede gezicht. Een gezicht, dat
ze heeft gebruikt om Knecht, de zoekgelopen hond van H. Romijn
Meijer weer terecht te brengen.
Omgeven door heuvels, ergens tussen Souillac, Payrac en Goudron,
ligt een gehucht, dat hij La Coutonnade heeft genoemd. Er is
overigens alles voor te zeggen, dat het echt bestaat, want de
mensen in Meijers Dorpsverhalen leven, zoals dat in die streek
hoort, de mannen, de vrouwen, de kinderen en de ambtenaren. We
komen een man tegen: 'Hij lachte, want hij lacht altijd...'. Een
vrouw, die altijd zakelijk is: 'Afrekenen in haar geld en van
tevoren, of anders bon voyage, Napoléon!' Een kind op een
terrein, waar boules wordt gespeeld: 'Yvette, een kriel van vier
jaar, zat op haar krent in het zand'. Een brigadier van politie,
die nauwelijks bekeuren wil, maar die door die lui van Souillac
wordt gestuurd: 'Wij zouden hier nooit een verbaal hebben
opgemaakt zo kort nadat een bord is veranderd. Wij zouden
misschien een waarschuwing hebben gegeven'.
De schrijver en zijn vrouw en zijn kinderen en zijn hond komen
al jaren lang naar dit dorp in de Dordogne. Ze trekken nogal wat
rond in de onmiddellijke omgeving. Ze kennen de mensen, hun goed
en hun kwaad. Ze plukken paddestoelen; ze krijgen wat te drinken
voorgezet; ze gaan naar begrafenissen; ze wisselen geschenken
uit; ze horen hoe er over verdeling van erfenissen wordt
gesproken.
Het zijn echte verhalen in twee betekenissen. Allereerst, omdat
ze de werkelijkheid weergeven op de manier zoals het hoort: iets
waarnemen met een opnamevermogen, dat over een ingebouwd
fotografisch geheugen lijkt te beschikken. En vervolgens, omdat
de waarneming wordt omgezet in woorden en zinnen, die van het
geheel een beeld maken, dat zo helder en zichtbaar is als het
maar kan. En dat is bijzonder knap.
|