A. Alberts & H.J. Friedericy, schrijvers

 

 

 

 

HOLLANDS DIEP
1976
11
1976
19
1976
21
1976
27
1977
4
1977
6
1977
10
1977
12/13
omslag
1977
12-13

 


 

EEN FOTO VAN DE DORDOGNE

 


 

HENK ROMIJN MEIJER
BON VOYAGE, NAPOLÉON
MEULENHOFF ƒ 18,50

 


A. ALBERTS

 

Brive of voluit Brive-la-Gaillarde ligt in Frankrijk en bovendien een kleine vijfhonderd kilometer ten zuiden van Parijs. De toevoeging 'la Gaillarde' wil waarschijnlijk niet zeggen, dat de stad wordt vergeleken met een stevige vrolijke meid. Brive zal in de Middeleeuwen een vesting zijn geweest en vestingen kregen in die dagen dit soort bijnamen. Van de vesting is, op een boulevard rond de binnenstad na, niet veel meer overgebleven. Maar er is wel iets bijgekomen: een enorm spoorwegemplacement, misschien wel groter dan dat van Amsterdam-Muiderpoort plus Diemen.
Waarom het zo groot en vooral breed moet zijn, valt op het eerste gezicht niet te zien. Maar op het tweede wel. Er komen namelijk geweldig veel treinen naar en van Brive. In de eerste plaats passeert er de express van Parijs naar de Pyreneeën. En verder een massa lokalen en lokaaltjes. Richting Tulle; richting Uzerche; richting Arnac-Pompadour; richting Terrason en nog wat meer. En tenslotte gaat er een trein naar Souillac, verder door naar Goudron en zelfs naar Cahors, maar Goudron is in dit geval voldoende. Want in Goudron, tegenover het kerkhof woont mevrouw Cantemerle en die heeft ook het tweede gezicht. Een gezicht, dat ze heeft gebruikt om Knecht, de zoekgelopen hond van H. Romijn Meijer weer terecht te brengen.
Omgeven door heuvels, ergens tussen Souillac, Payrac en Goudron, ligt een gehucht, dat hij La Coutonnade heeft genoemd. Er is overigens alles voor te zeggen, dat het echt bestaat, want de mensen in Meijers Dorpsverhalen leven, zoals dat in die streek hoort, de mannen, de vrouwen, de kinderen en de ambtenaren. We komen een man tegen: 'Hij lachte, want hij lacht altijd...'. Een vrouw, die altijd zakelijk is: 'Afrekenen in haar geld en van tevoren, of anders bon voyage, Napoléon!' Een kind op een terrein, waar boules wordt gespeeld: 'Yvette, een kriel van vier jaar, zat op haar krent in het zand'. Een brigadier van politie, die nauwelijks bekeuren wil, maar die door die lui van Souillac wordt gestuurd: 'Wij zouden hier nooit een verbaal hebben opgemaakt zo kort nadat een bord is veranderd. Wij zouden misschien een waarschuwing hebben gegeven'.
De schrijver en zijn vrouw en zijn kinderen en zijn hond komen al jaren lang naar dit dorp in de Dordogne. Ze trekken nogal wat rond in de onmiddellijke omgeving. Ze kennen de mensen, hun goed en hun kwaad. Ze plukken paddestoelen; ze krijgen wat te drinken voorgezet; ze gaan naar begrafenissen; ze wisselen geschenken uit; ze horen hoe er over verdeling van erfenissen wordt gesproken.
Het zijn echte verhalen in twee betekenissen. Allereerst, omdat ze de werkelijkheid weergeven op de manier zoals het hoort: iets waarnemen met een opnamevermogen, dat over een ingebouwd fotografisch geheugen lijkt te beschikken. En vervolgens, omdat de waarneming wordt omgezet in woorden en zinnen, die van het geheel een beeld maken, dat zo helder en zichtbaar is als het maar kan. En dat is bijzonder knap.

 


 

Hollands Diep  (1976) 19
11 september 1976,
p. 24



 

Laatste wijziging: 03.06.2015